Tweede ronde

Na circa twee maanden ben ik aangekomen bij bestemming ‘ronde twee feedback redacteur’. Een heerlijke bestemming voor het vieren van kerst en oud en nieuw. Mijn pen verdwijnt voor een week in een lade. Te snel wil ik mijn reis voortzetten naar de volgende bestemming. Ik word tegengehouden. ‘Een berg opmerkingen’ blokkeert mijn route. Ik boek een week bij op deze bestemming en verwen mezelf met een dagje sauna en het bezoeken van een expositie (zie foto).

Na die extra week reis ik verder. Met andere ogen kijk ik naar de feedback van de redacteur. ‘De berg’ heeft plaatsgemaakt voor ‘informatieborden’ zodat ik mijn reis bewuster meemaak. De meeste opmerkingen neem ik in mij op, voor andere is meer tijd nodig. Tijd die ik mezelf gun; dat heb ik inmiddels geleerd deze schrijfreis. Een volgende dag lees ik opnieuw de tekst in de kantlijn. Sommige opmerkingen verwerk ik, andere bewaar ik voor later. Ik weet, de inspiratie komt vanzelf.

Hoe zien die opmerkingen er nu uit, hoor ik je denken. Ik deel een paar met je. ‘Hier mag je meer in de emotie gaan van Molly’, ‘Dit gaat me te snel, ik voel het niet’, ‘Lekker weglaten, de lezer snapt dit na deze alinea wel’ en ook ‘Mooie observatie, heel sterk’, ‘Echt goed hoe je haar karakter hiermee neerzet’, ‘Potverdomme Ans, heel, heel mooi’.

Het blijft een boeiende reis. Ik kom mezelf vast en zeker nog weer tegen. Voor nu ga ik vol vertrouwen en plezier richting bestemming ‘versie 3’. Ook de grieperigheid waar ik momenteel last van heb, kan daar niets aan veranderen!

De lezer

Mijn laptop staat open geklapt voor me. Het is nu echt tijd om een aantal administratieve klussen te klaren. Als ik Word open, plopt rechtsonder in mijn beeldscherm een melding dat ik een mail heb van mijn redacteur. De administratie schuif ik zonder moeite door naar een ander moment. Met een versnelde hartklop open ik de mail. Mijn ogen schieten over de tekst die keihard binnen komt samen met mijn innerlijke criticus. Alsof hij stond te wachten om het podium te pakken: ‘dus jij dacht dat je een boek kon schrijven? Jij denkt dat schrijven jouw ding is? Denk daar nog maar eens goed over na!’ Met die ongevraagde gast was ik rap klaar. Ik heb hem hopelijk voorgoed vaarwel gezwaaid.

Ik face-time met mijn redacteur.  Simone vat haar feedback in één zin samen: ‘Ik werk niet voor jou, ik werk voor de lezer.’ Daar kan ik me helemaal in vinden want jij, de lezer, verdient een mooi verhaal. Daar ga ik keihard voor werken. Met terugwerkende kracht maak ik een bouwplan zodat mijn verhaal straks staat als een huis. Aan de hand van de bouwstenen krijg ik focus en weet ik precies welke tekst niet bijdraagt aan het verhaal en ik dus kan schrappen en welke stukken meer verdieping nodig hebben zodat het verhaal beter uit de verf komt. Vanaf nu schrijf ik niet meer als schrijver, maar als lezer.

Je snapt het, ik reis nog even verder. Geen idee hoe lang het nog duurt; ik reis door totdat ik er ben.

 

Delen

Weet je, mijn verhaal draag ik al langer bij me dan de drie zwangerschappen opgeteld van mijn kinderen. Dat is best lang! Het wordt tijd om het te delen. Na de geboorte van met name de oudste duurde dat ‘delen’ ook even. Bij een eerste is alles nieuw. Niemand mocht hem op de arm houden. Stel je voor dat zijn hoofdje niet goed werd ondersteund. Daar moet je toch niet aan denken. Kraamvisite mocht kijken naar ons mooie wonder. Van arm naar arm de kring rond, echt niet!

Met mijn verhaal gaat het ook ongeveer zo. Het is op de wereld gezet. De frisse spruit ligt nu bij de redacteur. Zij zorgt als een kraamhulp dat het kind een goede start krijgt en staat de moeder bij met raad en daad. Ik heb een mail gehad van de redacteur dat ik deze week een terugkoppeling krijg. Spannend! Wat zal mijn kind nog van mij nodig hebben?

Ik durf het nu wel aan dat mijn kind in bijvoorbeeld jouw armen ligt.?

Het verhaal gaat over Molly, moeder van twee dochters. Ze is op weg naar het UMCG. Uitzaaiingen van een melanoom zitten in haar darmen. Aan de operatie die ze morgen ondergaat, kleven grote risico’s.  Een goede nachtrust zou fijn zijn. Echter slechts hazenslaapjes zijn Molly gegund met een snurkende buurman als kamergenoot. Gedachten dringen haar hoofd binnen, omarmt ze haar leven  of blijft ze vluchten voor de werkelijkheid.

Yes!

Yes, het manuscript is af!

Het begint langzaam door te dringen dat ik over de helft van mijn reis ben. In de zomer van 2018 op een collegeblok schreef ik de eerste woorden. Woorden die het niet hebben gehaald. Ik liep na een paar maanden hartstikke vast. Mijn droom, het schrijven van een boek, bleef overeind staan. Toen ik eind december door mijn administratie woelde, kwam ik een printje tegen van een schrijfreis. ‘Moet je doen!’ moedigde Alfred mij aan.

In het mooie Portugal leerde ik over perspectief, personages van wie je moet weten hoe ze hun koffie drinken ? en waar het verhaal zich afspeelt. Ik kwam er achter dat de manier van schrijven zoals ik tijdens mijn studie Journalistiek & Communicatie had geleerd, niet handig is voor het schrijven van een boek. Het was een mooie week maar ook eentje van worstelen; ik had echt geen idee wat mijn personage wilde.

Inmiddels heb ik mijn personage leren kennen: ze is zoekende in het leven en drinkt haar koffie met melk.

Wat was aangestipt in de schrijfweek, wilde ik verder uitdiepen. Niets leukers dan nieuwe dingen leren. Toen corona voorbij leek na de zomer van 2020, toog ik naar Groningen voor mijn eerste les van het basisjaar aan de Schrijversacademie. Een jaar lang schreef ik van deadline naar deadline om mijn schrijftechnieken te verbeteren. In het vervolg, de specialisatie ‘romans en korte verhalen’ was mijn boek weer aan de beurt. Een synopsis (= soort raamwerk) opstellen en vervolgens schrijven, feedback geven en ontvangen en door … schrijven, schrijven, schrijven.

Alles kwam voorbij in het schrijfproces van vragen zoals ‘waarom wil ik dit ook al weer?’ met bijbehorende hoofdpijn en mezelf verkneukelen over wat ik had bedacht.

En nu? Aan de slag met een redacteur en vormgever.

Nooit af

Afgelopen week luisterde ik naar een podcast van Omdenken van Berthold Gunster. Het ging over een fotograaf die het plezier in haar werk verloor door haar eigen onzekerheid. Ze bleef maar foto’s schieten vanwege haar angst dat de goede er niet bij zou zitten. Berthold Gunster wist haar te vertellen dat die onzekerheid nooit overgaat, het hoort bij creatieve beroepen.

Zo werkt het ook bij schrijven. Ik vraag me regelmatig af; wanneer is het goed? Een zin kun je op zo veel verschillende manieren formuleren. Hoe weet ik of ik de juiste manier heb gevonden? Wanneer is het stuk tekst echt af? Wanneer klopt het? Hoe weet ik straks als het manuscript voor me ligt, ik er niets meer aan hoef te veranderen?

In het boek ‘The artist’s way’ staat op pagina 172: ‘In zekere zin is geen enkele creatieve handeling ooit klaar.’ Ik kan me daar in vinden. Hoe ik iets vandaag schrijf, zal ik morgen anders doen en over een maand nog weer anders. Hoe zal het over een paar jaar zijn als ik nog meer levenservaring heb, zal het dan helemaal anders zijn? Waarschijnlijk wel.

Waar ik houvast aan heb bij het schrijven is dat ik plezier beleef aan het proces. Julia Cameron schrijft hierover. Vrij vertaald komt het hier op neer: het beleven van de weg er naar toe, het proces, is voedsel  voor de ziel en het ego voedt zich met de eindbestemming, het resultaat. Voorlopig bereid ik maaltijden voor mijn ziel.  Al mijn schrijfsels heb ik doorgenomen en ontdekt dat op een aantal plaatsen nog aanvullende tekst nodig is. Daar ga ik verder mee erop vertrouwend dat ik voel wanneer het ‘klaar’ is. 

 

 

Pin It on Pinterest