31445 staat er in de linkeronderhoek van mijn scherm. Het aantal woorden dat mijn roman momenteel groot is. Deze bestond eerst uit allemaal losse delen. Voor de vakantie heb ik alle stukken tekst die ik tot dan toe had geschreven in één document samengevoegd. Op gevoel heb ik toen de volgorde bepaalt. Als ik het nu terug lees, denk ik dat mijn gevoel ook toe was aan vakantie.
Ik wil best moeite doen voor het lezen van een boek. Geen probleem als er in een flashback een andere flashback zit, het hoofdpersonage door verschillende personages op een andere manier wordt aangesproken, er gewisseld wordt tussen heden en verleden, als het maar duidelijk is. Waar ik gruwelijk van baal is als de volgorde zo complex is dat het nodig is dat ik terug blader, passages nogmaals lees om grip te krijgen op het verhaal. En waar ik zelf een hekel aan heb, gun ik mijn lezers ook niet.
Dat is dus waar ik mee bezig ben; ruim vijftig pagina’s door ploeteren. Nadenken over een logische volgorde waar toch spanning in zit, ontbrekende woorden aanvullen, zinnen veranderen, overbodige teksten schrappen, maar ook teksten toevoegen voor het benadrukken of verduidelijken van het verhaal.
Na een aantal dagen van lezen en redigeren, schrijf ik vandaag een vervolg op een scene. Toen ik het las, vroeg ik mij af, hoe gaat het verder? Dat bedenk ik nu. Het kost mij geen moeite; automatisch speelt er zich een film af in mijn hoofd over het vervolg. Het zo exact mogelijk op papier krijgen, gaat minder makkelijk. Daar ligt de uitdaging, het zoeken naar de juiste woorden.
Om 11.30 uur verlamt de hitte mijn hersenen, ik stop. Voor ik mijn laptop dichtklap, kijk ik naar de cijfers links onderin de hoek: 32422. Yes, vandaag ben ik 977 woorden dichter mijn doel genaderd!