Vrijheid
Wakker worden omdat ik genoeg heb geslapen, niet omdat de wekker piept, Alfred deze uitdrukt en na tien minuten de indringende piep opnieuw laat weten dat ik eruit moet, wil ik op tijd op mijn werk zijn. Dat is verleden tijd, ik hoef niet meer op tijd op mijn werk te zijn.
Het gekke of eigenlijk het leuke is, dat ik wakker ben voor het afgaan van de wekker. Alfred zet hem uiteraard nog steeds. Ik douche, kleed me aan, open de deur naar de bijkeuken waar Inoy uit de mand springt en daarna tegen mij opspringt. Ik lijn hem aan. We wandelen de vogels tegemoet die volgens mij altijd vrolijk fluitend opstaan.
Het pad voert langs bramenstruiken; de lange stekelige slierten bijten zich in mij vast. Als ik ze heb weten los te haken uit mijn kleding openen ze opnieuw de aanval. Een volgende keer een snoeischaar meenemen, dacht ik gisteren ook realiseer ik mij. Kleine stofwolkjes ontstaan bij het neerzetten van mijn voeten, nog kleinere maakt Inoy. In de verte zitten twee hazen midden op het zandpad, geschrokken van ons huppen ze het maisveld in. Gelukkig is Inoy aangelijnd, anders zou ik hem nu kwijt zijn. We wandelen verder langs bloeiende aardappelvelden. Ze dragen licht-roze bloemetjes met een geel stampertje. Andere mensen en/of honden komen we niet tegen.
Thuis maak ik de bak voor Inoy en voor mij ontbijt dat ik naar de schrijfhut breng. Daar schenk ik een mok thee in en steek twee waxinelichtjes aan. Ik ben er klaar voor. Het is 7.30 uur en ik mag doen wat ik het liefste doe: SCHRIJVEN. Wat een vrijheid!