Twijfel

Ken je dat gevoel? Je gaat op vakantie. Dat vergt voorbereiding. Je googelt op een paklijst en verandert die zodat die bij jou past. Alles stop je in je koffer en vink je af. Dus alles is mee. De buren heb je gevraagd voor de planten en de post, de hond is onder gebracht, kortom: gaan met die banaan. En dan komt het. Je zit in de auto en het enige waaraan je kunt denken is: heb ik mijn paspoort wel mee? Heb ik mijn zwemspul wel ingepakt? En dat tijdschrift dat ik speciaal voor de vakantie heb gekocht?

Dat gevoel heb ik dus nu. Het verhaal klopt na alle redactierondes. Ik ben blij met de cover. Er wordt positief gereageerd op de flaptekst. En toch slaat de twijfel toe. Had ik niet beter zus of toch niet beter zo? Tuurlijk, spreek ik mezelf toe, het kan altijd anders maar dat wil niet zeggen dat het daarmee beter wordt. En dan krijg ik het opgemaakte binnenwerk in de mail. Her en der lees ik wat en ben ik weer gerustgesteld. Desondanks lukt het nog niet helemaal om die twijfelstem de kop in te drukken.

Een wandeling doet wonderen. Knoppen komen tevoorschijn. Geen twijfel in de natuur. De natuur gaat gewoon. Laat ik daar een voorbeeld aan nemen. ?

Herken je dit? 

Nieuwe fase

Het schrijven zit erop. Mijn manuscript ligt bij de vormgever. Ik ben klaar.

En hoe voelt dat? Dit is toch waar je zo naar uit hebt gezien? Je hebt de eindstreep gehaald. Je bent gefinisht.

Het voelt voor mij als een afscheid van een heel mooie periode. Eentje waarbij ik een schrijfritme heb ontwikkeld. Iedere ochtend zat ik achter het grote raam in mijn schrijfhut. De eerste vijf minuten staarde ik naar buiten in de hoop een eekhoorn te spotten. Een paar keer had ik dat geluk. Ook genoot ik van de vogeltjes: mussen, pimpelmezen, vinkjes, koolmezen en roodborstjes. Ik had vetbollen voor ze opgehangen waar ze zich tegoed aan deden. Na die vijf minuten staren, stak ik twee waxinetjes aan, pakte mijn A3-schrift, in een latere fase mijn laptop en startte met schrijven.

Een paar weken zijn voorbij. Weken waarin ik niets meer te zoeken had in mijn schrijfhut. De dagen van vrijwillige eenzame opsluiting zijn voorbij, het is tijd om de wereld in te trekken. “Het echte werk begint nu pas” heb ik mij laten vertellen. Als ik wil dat mijn boek gaat verkopen, dan moet ik aan de bak! Werken aan mijn zichtbaarheid, uit de schaduw van mijn eigen boek stappen.

Die twee weken had ik nodig om te schakelen van het niet meer direct werken aan Kankerwijf naar indirect werken aan Kankerwijf. Van afscheid nemen van een schrijfperiode en verwelkomen van een nieuwe fase. Gisteren heb ik een communicatie-actieplan gemaakt. Vandaag heb ik mij eraan gehouden. Ik mag een vinkje plaatsen. ✅

Bijna tastbaar

De laatste tijd heb ik veel geschreven en ook veel geschrapt. Schrijven is schrappen wordt altijd gezegd. De ware betekenis van die woorden dringt nu pas echt tot me door. Net als de uitspraak ‘kill your darlings’. Zo had ik een type ‘buurtbitch’ bedacht; ik vond het heerlijk om over haar te schrijven. Ze heeft het niet gehaald. Zij was typisch zo’n gevalletje dat niet bijdroeg aan het verhaal.

De opmerkingen van de redacteur Simone van Lier heb ik verwerkt. Zij is nu weer aan zet. Zoals ze zelf zegt, gaat ze met de stofkam door de tekst. Daar ben ik superblij mee. Ik zie dat het verhaal beter en beter wordt.

Ik ben nu bezig met de flaptekst. Dat is de tekst die je op de achterkant van een boek vindt. Die moet nieuwsgierig maken en de stijl van het verhaal weergeven. Een samenvatting van het verhaal is dus onvoldoende. Alle versies tot nu toe hebben het niet gehaald: te algemeen, te flauw, te braaf. Gelukkig heb ik nog even, ondanks dat het einde steeds dichterbij komt. Over een aantal maanden is mijn droom tastbaar!

De cover

Er trekt even een rilling door mijn lijf. Mijn naam staat op de cover! Ans Speelman, het staat er echt. Is het boek er dan al? Nee, nog niet. Mandy van @fijnvormgeven heeft mij vier conceptcovers gemaild. Ze zijn echt supermooi!

Al een hele tijd geleden heb ik op advies van vormgeefster Mandy een moodboard gemaakt voor de cover van mijn boek. Ik ben in de boekwinkel gaan snuffelen; heb gekeken wat ik mooi vind. Voor mij maakt de voorkant van het boek heel veel uit. Het bepaalt of ik het oppak en daarna de achterkant ga lezen. Spreekt de voorkant mij niet aan, dan laat ik het boek liggen.

Foto’s van mooie covers, samen met plaatjes uit tijdschriften plakte ik op een vel. Ik houd ervan: knippen en plakken. In een overleg met Mandy ontstond al pratende een basisidee. Ik ging naar huis met een plaatje in mijn hoofd.

Nou, die hoofden van Mandy en mij, die lijken op elkaar ? want dat wat er nu voor me ligt, lijkt behoorlijk op dat plaatje in mijn hoofd. Ze heeft er zelfs nog iets extra’s aan toegevoegd!

De conceptcover die het wordt, gaat ze nu finetunen. Als het af is, dan deel ik het en kun jij het ook zien! Wat helemaal leuk is, dan weet je ook meteen de titel van mijn boek!

Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig of jij de cover van een boek ook zo belangrijk vindt.

En … bepaalt de cover of je een boek gaat lezen?

Tweede ronde

Na circa twee maanden ben ik aangekomen bij bestemming ‘ronde twee feedback redacteur’. Een heerlijke bestemming voor het vieren van kerst en oud en nieuw. Mijn pen verdwijnt voor een week in een lade. Te snel wil ik mijn reis voortzetten naar de volgende bestemming. Ik word tegengehouden. ‘Een berg opmerkingen’ blokkeert mijn route. Ik boek een week bij op deze bestemming en verwen mezelf met een dagje sauna en het bezoeken van een expositie (zie foto).

Na die extra week reis ik verder. Met andere ogen kijk ik naar de feedback van de redacteur. ‘De berg’ heeft plaatsgemaakt voor ‘informatieborden’ zodat ik mijn reis bewuster meemaak. De meeste opmerkingen neem ik in mij op, voor andere is meer tijd nodig. Tijd die ik mezelf gun; dat heb ik inmiddels geleerd deze schrijfreis. Een volgende dag lees ik opnieuw de tekst in de kantlijn. Sommige opmerkingen verwerk ik, andere bewaar ik voor later. Ik weet, de inspiratie komt vanzelf.

Hoe zien die opmerkingen er nu uit, hoor ik je denken. Ik deel een paar met je. ‘Hier mag je meer in de emotie gaan van Molly’, ‘Dit gaat me te snel, ik voel het niet’, ‘Lekker weglaten, de lezer snapt dit na deze alinea wel’ en ook ‘Mooie observatie, heel sterk’, ‘Echt goed hoe je haar karakter hiermee neerzet’, ‘Potverdomme Ans, heel, heel mooi’.

Het blijft een boeiende reis. Ik kom mezelf vast en zeker nog weer tegen. Voor nu ga ik vol vertrouwen en plezier richting bestemming ‘versie 3’. Ook de grieperigheid waar ik momenteel last van heb, kan daar niets aan veranderen!

De lezer

Mijn laptop staat open geklapt voor me. Het is nu echt tijd om een aantal administratieve klussen te klaren. Als ik Word open, plopt rechtsonder in mijn beeldscherm een melding dat ik een mail heb van mijn redacteur. De administratie schuif ik zonder moeite door naar een ander moment. Met een versnelde hartklop open ik de mail. Mijn ogen schieten over de tekst die keihard binnen komt samen met mijn innerlijke criticus. Alsof hij stond te wachten om het podium te pakken: ‘dus jij dacht dat je een boek kon schrijven? Jij denkt dat schrijven jouw ding is? Denk daar nog maar eens goed over na!’ Met die ongevraagde gast was ik rap klaar. Ik heb hem hopelijk voorgoed vaarwel gezwaaid.

Ik face-time met mijn redacteur.  Simone vat haar feedback in één zin samen: ‘Ik werk niet voor jou, ik werk voor de lezer.’ Daar kan ik me helemaal in vinden want jij, de lezer, verdient een mooi verhaal. Daar ga ik keihard voor werken. Met terugwerkende kracht maak ik een bouwplan zodat mijn verhaal straks staat als een huis. Aan de hand van de bouwstenen krijg ik focus en weet ik precies welke tekst niet bijdraagt aan het verhaal en ik dus kan schrappen en welke stukken meer verdieping nodig hebben zodat het verhaal beter uit de verf komt. Vanaf nu schrijf ik niet meer als schrijver, maar als lezer.

Je snapt het, ik reis nog even verder. Geen idee hoe lang het nog duurt; ik reis door totdat ik er ben.

 

Pin It on Pinterest