Luieren in Knysna in een appartement dat groter is dan ons eigen huis gelegen aan het water. Vanaf ons balkon via een trapje bereiken we een steiger. Aan die van onze buren ligt een plezierjacht aangemeerd, op die van ons staan drie futen. Het is 28 graden, erg ongewoon voor in de winter, vertelt een mevrouw uit de souvenirwinkel. ‘Morgen kan het maar zo weer 15 graden zijn,’ zegt ze. An en ik shoppen, de mannen lopen hard. We wandelen nog een stuk langs de baai. Deze wordt twee keer per dag gevuld door de Indische Oceaan vanwege vloed. Het is rustig, een groepje mensen zit in de schaduw onder de bomen. Wij zoeken de schaduw van het appartement op, de zon brandt krachtig.
Niet alleen de zon is krachtig, de wifi ook en heel eerlijk dat is best even lekker. We kijken filmpjes op YouTube van safari’s waarbij olifanten en neushoorns auto’s aanvallen, blij dat ik hiervan het bestaan niet kende. Koffie/thee maken op het moment dat wij dat willen kan hier; de stroom gaat er pas om 22.00 uur af en niet zoals bij voorgaande adressen drie keer per dag, steeds op een ander tijdstip. We hebben meegemaakt dat we net wilden koken toen de stroomtoevoer stopte.
Liggend op een zonnestoel met mijn ogen dicht, denk ik aan de route hierheen. De wegen blijven mij verbazen: de gaten terwijl er een bord met 120 staat, de bavianen die op onverwachte plekken opduiken, auto’s met laadbaak waarin mensen staan, koeien die langs de weg lopen, inhaalmanoeuvres waar mijn maag van omdraait en de vele mensen lopend langs de weg. Dit is Zuid-Afrika!