Slenteren door de op een na oudste stad van Zuid-Afrika, genoemd naar de Nederlander Simon van der Stel. De stad bestaat uit enkel witte gebouwen en oogt daarmee heel schoon. Die aan de Dorpstraat zijn historisch en vallen onder monumentenzorg. Op het eind van de straat zit ‘Oom Samie se Winkel’ met aan de muur koppen van antilopen en buffels, smalle paden langs allerlei mooie spullen. Deze keer koop ik geen souvenir; heb er inmiddels genoeg om deze bijzondere reis te herinneren.

Niets wijst erop dat we in het wijngebied zitten. Wel is duidelijk dat het een universiteitsstad is, veel jonge mensen die de vele terrassen bevolken.  De B&B-eigenaar vertelt dat er hier tegen de 40.000 studenten wonen; studenten waarvan de ouders rijk bedeeld zijn en prat gaan op het feit dat hun zoon/dochter studeert in Stellenbosch.

De stad wordt omarmd door bergen waarop vanochtend één reepje zon zichtbaar was. Nu stralen ze allemaal in de felle zon. Ik kan me moeilijk meer voorstellen hoe koud het vanochtend was toen we de B&B verlieten. De sweater en jasje zijn uit, het kolletje broeit om mijn hals. In een hete auto rijden we naar ons laatste adres in Gordon’s Bay.

 

Pin It on Pinterest